Archevêché des églises orthodoxes de tradition russe en Europe occidentale

Patriarcat de Moscou

Brief van de Patriarch van Moskou en geheel Rusland KYRILL, gewijd aan de edele daad van de neomartelaren en neobelijders

Van de Russische Kerk, honderd jaar geleden ten tijde van de inbeslagname van kerkelijke kostbaarheden

Geliefde bisschoppen, zeereerwaarde vaders, monniken en monialen, beste broeders en zusters in de Heer

Deze dagen, waarin wij in gebed stilstaan bij de edele daad van de neomartelaren en neobelij- ders van de Russische Kerk, die door onze roemrijke voorgangers in de jaren van meedogenloze beproevingen verricht is, wend ik mij tot u allen met de woorden van de apostolische groet: Genade zij u en vrede, in overvloed, door de kennis van God en van Jezus, onze Heer (2 Petr. 1:2).

Honderd jaar geleden vonden de bestrijders van God in de maalstroom van de postrevo- lutionaire veranderingen, naar het hun leek, een passende aanleiding om een machtige antireli- gieuze campagne te ontketenen: onder het voorwendsel middelen in te zamelen voor de noden van de hongerenden langs de Wolga en in andere regio’s van het land, begon een gewelddadige inbeslagname van kerkelijke kostbaarheden, die gepaard ging met onderdrukking van de gees- telijkheid, kloosterlingen en leken. Wetteloosheid en willekeur, het vertrappen en beledigen van alles wat heilig was, werd spoedig iets wat overal gebeurde.

Onder omstandigheden van de meest wrede vervolgingen wendde de H. Tichon, Pan- russisch Patriarch, zich tot alle trouwe kinderen van de Russisch-Orthodoxe Kerk met een bij- zonder schrijven, waarin hij getuigde van de actieve krachtsinspanningen, die de Kerk onder- nam om de door honger lijdende bevolking te ondersteunen. Naast oproepen aan de hoofden van afzonderlijke christelijke confessies om met financiële middelen en goederen te helpen, werd met zegen van de H. Tichon een speciaal kerkelijk comité gesticht en in alle kerken ge- collecteerd.

Bovendien stond de Patriarch toe, de omvang van de armoede in aanmerking nemend, “voor de noden van de hongerenden kostbare kerkelijke versieringen en voorwerpen te schen- ken, die geen functie in de eredienst hebben”. Het enige waar de Primas niet mee kon instem- men was het verwijderen uit de kerken van “heilige voorwerpen, waarvan het gebruik buiten de eredienst verboden is door de canons van de Wereldkerk en wat door Haar als heiligschennis bestraft wordt” (Brief van Patriarch Tichon over hulp aan de hongerenden en inbeslagname van kerkelijke kostbaarheden, 15/28 februari 1922).

Ondanks de duidelijk uitgelegde en gemotiveerde positie van Patriarch Tichon ging de gewelddadige inbeslagname echter door. Het is voldoende de gebeurtenissen te noemen die in maart 1922 in Ṧua plaats vonden, om te begrijpen wat in feite de houding van de nieuwe macht- hebbers was ten aanzien van de Kerk. Op de menigte, die opgekomen was ter verdediging van de vertrapte geheiligde voorwerpen, werd mitrailleurvuur geopend. Met deze voltrokken mis- daad eindigde de vervolging van gelovigen helaas niet.

De bestrijders van God verborgen niet dat zij het als hun hoofddoel zagen definitief en snel korte metten te maken met de Russisch-Orthodoxe Kerk. Vandaag, honderd jaar later, kan men nog steeds niet zonder huivering de verschrikkelijke regels van de richtlijnen lezen: ̈Hoe groter het aantal vertegenwoordigers van de reactionaire geestelijkheid… …dat ons om deze reden lukt neer te schieten, hoe beter,… … opdat zij gedurende enkele decennia niet meer aan enig verzet zouden durven denken ̈. Niet de zorg voor hongerende mensen, maar een helse kwaadaardigheid en haat bewogen de goddeloze bouwers van het nieuwe Rusland.

In de loop van de campagne ter inbeslagname van kerkelijke kostbaarheden werden door de bolsjewieken alleen al in de eerste helft van 1922 meer dan 1400 gevallen van bloedige botsingen geprovoceerd, die gepaard gingen met arrestaties, gerechtelijke schijnprocessen, exe- cuties, opsluitingen en verbanningen.

In deze vervolgingen en dit lijden in Christus ́ naam gaven duizenden kinderen van de Kerk een voorbeeld van hun sterk geloof en geestelijke volharding, geduld en moed, en zij aanvaardden de dood als martelaar en de lauwerkrans die nooit verwelkt (1 Petr. 5:4). Thans staan zij echter voor de Troon van de Albeheerser, terwijl zij hun gebeden opdragen voor de Russische Kerk, voor ons aardse Vaderland, en voor de landen en volkeren die tot de Orthodoxe traditie behoren.

Als wij nadenken over de redenen voor de tragische gebeurtenissen van de 20e eeuw, bevestigen wij: alle pogingen om een lichtstralende toekomst zonder God te bouwen zijn ge- doemd te mislukken, en daarom kunnen zij de mensen dan ook niet het zozeer verlangde geluk en voorspoed geven. Voorwaar, als de Heer het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers (Ps. 126:1). Je moet wel blind zijn om deze voornaamste les van de afgelopen eeuw niet te zien.

Terwijl zij zich het verleden herinnert, en in de huidige tijd haar missie volbrengt, ver- wacht de Kerk Christus ́ roemrijke Wederkomst, wanneer, naar het woord van de Heilige Schrift, God alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28), wanneer Hij alle tranen uit hun ogen zal wissen, en er geen dood meer zal zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij (Op. 21:4).

Voorlopig echter zullen we, terwijl we op aarde verblijven en met nederigheid de wed- strijd lopen die voor ons ligt (Hebr. 12:1), proberen te leven volgens de Evangelische geboden, vurig te bidden, ijverig te werken, het kwade te mijden en het goede te doen (Ps. 33:15), en door ons in te spannen om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest ons geeft (Ef. 4:3).

Moge God, Die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. Dan zult u eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus (Rom. 15:5-6). Amen.

(handtekening) + KYRILL
PATRIARCH VAN MOSKOU EN GEHEEL RUSLAND

 NL.PDF